Herentals heeft een reglement kamerwonen. Het reglement loopt tot 31 december 2025 en moet opnieuw gestemd worden.
Het huidige reglement is voldoende duidelijk, maar er zijn inhoudelijke wijzigingen doorgevoerd.
De gemeenteraad keurt het nieuw politiereglement kamerwonen goed.
De gemeenteraad keurde op 7 september 2021 het gemeentelijk reglement kamerwonen goed.
Dit reglement loopt af op 31 december 2025 en moet opnieuw gestemd worden.
Het gewijzigde reglement inzake kamerwonen wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.
Herentals heeft momenteel een gemeentelijk reglement kamerwonen. Dit reglement geldt tot 31 december 2025 en moet opnieuw gestemd worden.
Het huidige reglement is voldoende duidelijk, maar er zijn enkele inhoudelijke wijzigingen doorgevoerd.
Het college van burgemeester en schepenen keurde op 20 oktober 2025 het reglement principieel goed.
De gemeenteraad keurt het politiereglement inzake kamerwonen goed als volgt:
Reglementen 2026 -2031
Politiereglement kamerwonen
1. Algemene bepalingen
Toepassingsgebied
Dit reglement is van toepassing op kamers in kamerwoningen, zoals gedefinieerd in de Vlaamse Codex Wonen 2021, boek 3 en het Besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen 2021, boek 3.
Het reglement treedt in werking van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031.
Het gemeentelijk reglement kamerwonen goedgekeurd door de gemeenteraad op 8 december 2020, wordt opgeheven met ingang van onderhavig reglement op 1 januari 2026.
Vallen niet onder toepassing van dit reglement:
Definities
De definities in de Vlaamse Codex Wonen en het Besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen zijn van toepassing op dit reglement. Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
2. Brandpreventieadviseur: deskundige inzake brandveiligheid aangesteld door Hulpverleningszone Brandweer Zone Kempen in het kader van het koninklijk besluit van 19 december 2014 tot vastlegging van de organisatie van de brandpreventie in de hulpverleningszones.
3. Conformiteit: het vertonen van geen enkel gebrek als vermeld in artikel 3.1, §1, derde lid, 2° en 3° van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
4. Conformiteitsattest: attest waaruit de conformiteit van een woning of kamer kan blijken en dat de burgemeester afgeeft op eigen initiatief of op verzoek. Het attest vermeldt de aanwezigheid van eventuele gebreken als vermeld in artikel 3.1, §1, derde lid, 1° van de Vlaamse Codex Wonen en de toegestane maximale woningbezetting volgens de normen die worden vastgesteld met toepassing van artikel 3.1, §1, vierde lid van de Vlaamse Codex Wonen. Het attest omvat een beoordeling van zowel woning of kamer op zich als het gebouw waarin de woning(en) en/of kamer(s) in zijn ondergebracht.
5. Gebruiker: elkeen die, in welke hoedanigheid of vorm onder welke benaming ook, het genot krijgt over een kamer zonder daarvan eigenaar, mede-eigenaar, vruchtgebruiker, erfpachter of opstalhouder te zijn.
6. Gewestelijk ambtenaar: de ambtenaar die met toepassing van de regels, vastgesteld door de Vlaamse Regering wordt aangewezen en die binnen zijn ambtsgebied belast is met opdrachten inzake kwaliteitsbewaking, zoals bedoeld in boek 3 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
7. Houder van het zakelijk recht: de persoon of de personen met een recht van volle eigendom, opstal, erfpacht of vruchtgebruik met betrekking tot een gebouw of een woning.
8. Kamer: een woning waarin een toilet, een bad of douche of een kookgelegenheid ontbreken en waarvan de bewoners voor één of meer van die voorzieningen aangewezen zijn op de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt.
9. Kamerwoning: elk gebouw of deel ervan dat bestaat uit één of meer kamers en gemeenschappelijke ruimten.
10. Uitbater: elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die als eigenaar, mede-eigenaar, vruchtgebruiker, erfpachter, opstalhouder of lasthebber een kamerwoning of kamer verhuurt of ter beschikking stelt tegen betaling of om niet.
11. Woning: elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande.
12. Woningcontroleur: een natuurlijke persoon die beschikt over een beroepskwalificatie woningcontroleur, en die van rechtswege en voor onbepaalde termijn erkend is als woningcontroleur en gemachtigd is om conformiteitsonderzoeken uit te voeren als vermeld in artikel 3.4, tweede lid, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021. Hiervoor moet deze persoon in VLOK geregistreerd zijn en aan 1 van de volgende voorwaarden voldoen:
2. Uitbatingsvergunning
De uitbater is te allen tijde verplicht de voorwaarden van de uitbatingsvergunning na te leven.
Artikel 2.2. Een kamerwoning kan enkel een uitbatingsvergunning verkrijgen als deze kamerwoning aan volgende verplichtingen voldoet:
Artikel 2.3 Procedure
2.3§1 De uitbater dient de aanvraag voor de uitbating schriftelijk en via beveiligde zending in, gericht aan het college van burgemeester en schepenen. De aanvraag voor de uitbatingsvergunning moet de volgende stukken bevatten:
2.3§2 De brandweer stelt, op vraag van de stad Herentals, een controleverslag op. Dit op basis van een plaatsbezoek. De hieraan verbonden kosten zijn ten laste van de aanvrager.
2.2§3 Het college van burgemeester en schepenen beslist binnen een termijn van 90 dagen over de uitbatingsvergunning. De aanvrager wordt per beveiligde zending op de hoogte gesteld van de beslissing.
Artikel 2.4 Structurele wijziging
Iedere structurele wijziging van de inrichting vereist een nieuwe uitbatingsvergunning. Worden beschouwd als structurele wijzigingen:
Structurele wijzigingen moeten binnen de drie maanden gemeld worden aan de stad via een beveiligde zending. Na het uitvoeren van deze wijzigingen moet de uitbater binnen drie maanden een nieuwe uitbatingsaanvraag indienen, zoals voorzien in artikel 2.3.
Bij ontbreken van een nieuwe aanvraag voor een uitbatingsvergunning zal de bestaande vergunning vervallen uiterlijk 3 maanden na het uitvoeren van deze wijzigingen.
Artikel 2.5 Wijziging van uitbater of eigenaar
Bij wijziging van uitbater of eigenaar
In geval van:
mag de kamerwoning verder uitgebaat worden, op voorwaarde dat binnen de 3 maanden na deze wijziging de nieuwe houder zakelijk recht de stad in kennis te stelt via beveiligde zending van elke verandering die betrekking heeft op de zakelijke rechten en eigendomsaandelen. De nieuwe houder zakelijk recht vermeldt daarbij de datum van de wijziging, de identiteitsgegevens van de nieuwe eigenaar(s), het soort zakelijk recht en het respectievelijk aandeel.
Bij ontbreken van deze melding zal de bestaande vergunning vervallen uiterlijk 3 maanden na de wijziging van uitbater of eigenaar.
Artikel 2.6 Stopzetting van de uitbating
Indien de exploitatie van de kamerwoning wordt stopgezet, moet de uitbater of zijn rechtsopvolger de stad hiervan onverwijld in kennis stellen via beveiligde zending. De uitbatingsvergunning vervalt op datum van ontvangst van deze melding.
Artikel 2.7 Verval van de uitbatingsvergunning
De uitbatingsvergunning is 10 jaar geldig en vervalt:
Artikel 2.8. Vergunningstoestand
2.8§1 Om een uitbatingsvergunning te verkrijgen moet de kamerwoning vergund zijn of vergund geacht zijn als meergezinswoning.
2.8§2 Indien niet kan worden aangetoond dat de kamerwoning vergund is of vergund geacht wordt als meergezinswoning kan er geen uitbatingsvergunning worden verkregen zo lang de stedenbouwkundige vergunningstoestand niet werd geregulariseerd tot een vergunde meergezinswoning.
2.8§3 Bij kamerwoningen waarbij overtredingen op de stedenbouwkundige vergunningstoestand worden vastgesteld en wordt geoordeeld door het college van burgemeester en schepenen dat regularisatie voor deze kamerwoning niet mogelijk is, kan een handhavingstraject ruimtelijke ordening worden opgestart.
3. Normen
Artikel 3.1 Maximum aantal bewoners per kamer
Het maximum aantal bewoners per kamer, zoals vermeld in het conformiteitsattest, mag niet overschreden worden. Het maximaal aantal bewoners per kamer wordt opgenomen in de uitbatingsvergunning.
Artikel 3.2 Brievenbus en huisnummer
Iedere kamer moet beschikken over een brievenbus en een deurbel, bevestigd aan de buitengevel. Het huisnummer moet worden toegekend door de administratie van de stad Herentals. De uitbater moet een binnennummering aanbrengen op de deur van elke aangeboden kamer.
Artikel 3.3 Fietsenberging
Iedere kamerwoning moet beschikken over een fietsenstalling op het eigen perceel. De fietsenstalling moet plaats bieden aan 1 fiets per potentiële bewoner.
Artikel 3.4 Afval
Er moet een uitgeruste ruimte beschikbaar zijn voor de hygiënische opslag van gesorteerd afval. Indien het een lokaal betreft, moet het goed verlucht en goed onderhouden zijn.
4. Beheer en gebruik
Artikel 4.1 Verantwoordelijke dagelijks beheer
Iedere kamerwoning moet een verantwoordelijke hebben die belast is met het dagelijks beheer van de kamerwoning en die toezicht uitoefent. Dit kan de uitbater zijn of een door hem aangestelde persoon. De naam, adres en telefoon van deze verantwoordelijke moet aan iedere huurder bezorgd worden.
Artikel 4.2 Huishoudelijk reglement
De gegevens van de in Artikel 4.1 vermelde verantwoordelijke, worden opgenomen in het huishoudelijk reglement van de kamerwoning. Elke kamerwoning beschikt over een huishoudelijk reglement. Dit huishoudelijk reglement wordt op een duidelijk zichtbare plaats in de kamerwoning gehangen. Het huishoudelijk reglement bevat minimaal de volgende elementen:
Artikel 4.3. Bewonersvergadering
De uitbater organiseert minimum 3 keer per jaar een bewonersvergadering waarop alle bewoners worden uitgenodigd.
5. Brandveiligheidsnormen
Artikel 5.1. Brandveiligheidsnormen
De brandveiligheidsnormen, opgenomen als bijlage 1 van dit reglement, moeten worden gerespecteerd en nageleefd. Dit wordt enerzijds beoordeeld binnen de procedure van de aanvraag tot het bekomen van een omgevingsvergunning. Door middel van een controleverslag van de brandweer kan de naleving van de voormelde normen in de praktijk worden getoetst.
5.1§1 Het controleverslag van een brandpreventiecontrole bevat één van de volgende conclusies:
1. ‘Gunstig’, de kamerwoning voldoet aan alle brandveiligheidsvoorschriften voor het toekennen van een uitbatingsvergunning.
2. ‘Gunstig met voorwaarden’, waarbij de gebreken in het controleverslag worden opgenomen en een uitbatingsvergunning pas kan worden toegekend na aflevering van een nieuw controleverslag waaruit blijkt dat deze gebreken werden weggewerkt.
3. ‘Ongunstig’, waarbij de gebreken in het controleverslag worden opgenomen en een uitbatingsvergunning pas kan worden toegekend na aflevering van een nieuw controleverslag waaruit blijkt dat deze gebreken werden weggewerkt. Tevens wordt bij een controleverslag met conclusie ‘ongunstig’ steeds de burgemeester in kennis gesteld met het oog op het nemen van eventuele maatregelen.
6. Sancties
Artikel 6.1 Inbreuken op dit reglement kunnen bestraft worden met een administratieve geldboete krachtens de wet van 24 juni 2013 over de gemeentelijke administratieve sancties.
Artikel 6.2 Het college van burgemeester en schepenen kan een door de gemeente verleende toelating of vergunning schorsen of intrekken en/of een inrichting tijdelijk of definitief sluiten. Deze sancties kunnen pas opgelegd worden nadat de overtreder een voorafgaande verwittiging heeft gekregen. Die bevat een uittreksel van het overtreden reglement of van de overtreden verordening. Deze worden ter kennis gebracht door middel van een aangetekend schrijven, krachtens artikel 45 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
Artikel 6.3 Deze sancties kunnen niet opgelegd worden indien voor dezelfde inbreuken door of krachtens een wet, een decreet of een ordonnantie reeds straffen of administratieve sancties worden bepaald.
Artikel 6.4 De omvang van de administratieve geldboete is proportioneel op grond van de zwaarte van de inbreuk die de boete verantwoordt en eventuele herhaling. De bij dit reglement voorgeschreven administratieve geldboete wordt verhoogd in geval van herhaling, zonder dat deze boete het wettelijke voorziene maximum mag overschrijden.
Artikel 6.5 Herhaling bestaat wanneer de overtreder reeds werd gesanctioneerd voor eenzelfde inbreuk binnen de vierentwintig maanden voorafgaand aan de nieuwe vaststelling van de inbreuk.
Artikel 6.6 De huurder(s) en de uitbater zijn verplicht alle nodige inlichtingen te verstrekken en hun medewerking te verlenen om de controlebezoeken in de beste omstandigheden te laten verlopen.
Het opleggen van een sanctie, zoals een boete, betekent niet automatisch dat de verplichting die tot de sanctie heeft geleid, is nagekomen of dat de overtreding is opgeheven.
7. Procedure
Dit reglement wordt overgemaakt aan de Vlaamse regering. Het reglement wordt aan de toezichthoudende overheid overgemaakt. Het reglement wordt afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig het decreet lokaal bestuur.