Terug
Gepubliceerd op 24/01/2023

2023_VB_00018 - Rechtspositieregeling WZC Sint-Anna: omzetting toeslagen onregelmatige prestaties verplegend en verzorgend personeel: goedkeuring

vast bureau
ma 16/01/2023 - 14:00 Raadzaal
Goedgekeurd
Dit besluit handelt over een Rechtspositieregeling (RPR).

Samenstelling

Aanwezig

Pascal Van Nueten, de wnd. voorzitter; Jan Michielsen; Patrik De Cat; Stefan Verraedt; Eva Brandwijk; Bart Michiels; Dirk Soentjens, algemeen directeur

Verontschuldigd

Mien Van Olmen, voorzitter

Secretaris

Dirk Soentjens, algemeen directeur
2023_VB_00018 - Rechtspositieregeling WZC Sint-Anna: omzetting toeslagen onregelmatige prestaties verplegend en verzorgend personeel: goedkeuring 2023_VB_00018 - Rechtspositieregeling WZC Sint-Anna: omzetting toeslagen onregelmatige prestaties verplegend en verzorgend personeel: goedkeuring

Motivering

Context, relevante voorgeschiedenis en fasen

In 2019 heeft het bestuur onderhandelingen gevoerd met de vakorganisaties met het doel om tot een gedragen pakket te komen van zowel kwantitatieve (bv. het verder gefaseerd optrekken van de maaltijdcheques tot eenzelfde niveau voor al het personeel of de invoering van een tweede pensioenpijler voor het personeel van het woonzorgcentrum (WZC) en dergelijke) als kwalitatieve maatregelen voor het personeel (zoals onder andere een herziening van het systeem van functioneren en evalueren), dit voor de hele huidige legislatuur. Eén en ander, steeds binnen het afgesproken budgettaire kader en meerjarenplan van de stad en OCMW/WZC. In de marge van dit totaalpakket was ook sprake van het voornemen tot het afschaffen van de 11 %-regel voor het personeel binnen het WZC. In het onderhandelingscomité van 16 september 2019 heeft het bestuur gesteld dat het huidige personeel haar rechten zal behouden en dat de nieuwe personeelsleden volgens de privé-regeling - die overigens ook van kracht is geworden binnen het ziekenhuis vanaf 1 januari 2011 - en voor de uren die ze effectief zullen presteren, toeslagen zullen gaan ontvangen.

Later, voorjaar 2021, zijn de onderrichtingen met betrekking tot de verplichte invoering van het IFIC-functieclassificatiesysteem ook voor de openbare ouderenzorgsector van kracht gesteld geworden via de VIA-6 sociale akkoorden. En werd einde 2021 concreet gestart met de implementatie van IFIC binnen het WZC. 

Op het vast bureau van 28 maart 2022 is er ondertussen een toewijzing gebeurd voor het merendeel van de functies en heeft men tevens beslist om vanaf 1 juli 2022 de lonen (met terugwerkende kracht conform het VIA-akkoord) om te zetten naar de barema's binnen het IFIC-loonhuis. De IFIC-implementatie binnen het WZC is momenteel en voor dit jaar voorlopig in een laatste fase aanbeland.

Tijdens het onderhandelingscomité met de vakbonden van 12 september 2022 is het standpunt met betrekking tot de omzetting regeling onregelmatige prestaties voor het zorgpersoneel WZC Sint-Anna, verder besproken, afgetoetst en verfijnd. Er werd afgesproken om de koppeling los te laten tussen enerzijds de IFIC-implementatie en anderzijds de omzetting van de toeslag onregelmatige prestaties (voor het verplegend en verzorgend personeel) en de vrije keuze hieromtrent. Voor de ene kan het immers een voordeel zijn, voor de andere een nadeel om over te schakelen. Op het onderhandelingscomité van 14 november is dan een protocol van akkoord hieromtrent afgesloten.

Juridische grond

  • VIA-6 akkoord van 30 maart 2021
  • Gecoördineerde rechtspositieregeling WZC, meer bepaald hoofdstuk III: de onregelmatige prestaties, Afdeling II. Nachtprestaties en prestaties op zaterdagen, zondagen en feestdagen en wisselende diensten van het verplegend, verzorgend en paramedisch personeel 
  • Sectorale bepalingen van het PC nr. 330, loonsvoorwaarden
  • Protocol van akkoord van 14 november 2022

Argumentatie

Maar vooraleer een en ander juist kan beslist en veranderd worden, moet er verduidelijkt  worden over wat men exact spreekt. Hierbij moet opgemerkt worden dat men de afschaffing van de '11 %-regel' niet kan los zien van de bijkomende en specifieke uurtoeslagen die het verzorgend en verplegend personeel momenteel geniet (weekend en nachttoeslagen). Zie de bijlage, uittreksel uit de rechtspositieregeling WZC. Deze zijn relatief bescheiden in grootte, net omdat ze in combinatie met de 11 %-toeslag worden uitgekeerd. Maar als je het ene afschaft, en wil vervangen door een alternatief systeem, dan betekent dit per definitie ook dat je het hieraan gekoppelde of ermee samenhangende, dan eveneens, afschaft. Want indertijd begin jaren '90, bij de invoering van de 11 %-regel, heeft men deze (beperkte) uurloontoeslagen voor weekend en nachttoeslagen op die moment, eveneens ingevoerd.

Ten tweede moet opgemerkt worden dat men enerzijds het over het 'personeel van het WZC' en anderzijds over 'het verplegend, verzorgend en paramedisch personeel van de zorginstelling' heeft. Maar hoewel men enkel een toeslag voor onregelmatige prestaties binnen het verpleegkundig en verzorgend en paramedisch personeel kan genieten enerzijds, wil men dan anderzijds wel een nieuw stelsel onregelmatige prestaties voor al het personeel in de plaats stellen? Men mag hierbij niet over het hoofd zien dat de omzetting waarvan sprake, deze van de onregelmatige prestaties 11% regeling, enkel betrekking heeft op de onregelmatige prestaties van het verplegend/verzorgend personeel, dus niet m.b.t. de onregelmatige prestaties van het overige personeel (bv van nevendiensten of van de keuken). Voor deze categorieën van personeel blijft de reguliere toeslagenregeling van kracht, zoals bepaald onder afdeling 1 van hoofdstuk III van de RPR WZC. Zie eveneens de bijlage, uittreksel uit de rechtspositieregeling WZC.

Tenslotte wijzen de vakorganisaties tijdens het onderhandelingscomité van 12 september 2022 op het belang van de vrije keuze van de personeelsleden die momenteel in dienst zijn. En dat er geen juridisch verband kan getrokken worden tussen IFIC-keuze dan wel de keuze voor het ene dan wel het andere systeem van toelage voor onregelmatige prestaties. Indien aan deze uitgangspunten kan tegemoet worden gekomen dan kunnen zij wel akkoord gaan met de vooropgestelde wijziging (van de RPR).

Eveneens rekening houdende met de operationaliteit binnen de dienst P&O qua timing, dit om één en ander degelijk te kunnen voorbereiden, is het voorstel om de nieuwe prestatieregeling te laten starten op 01 januari 2023. Hierbij is een eventuele keuze voor het nieuwe systeem ook steeds onomkeerbaar.

Gelet op de georganiseerde infosessies aan het betrokken personeel op 05, 12 en 13 december 2022 waarop het reeds in dienst zijnde personeel de keuze heeft kunnen maken voor of het behoud van het ene dan wel over te gaan naar het andere prestatiesysteem vanaf 01 januari 2023, waarbij ook is gesteld dat er in de toekomst telkens een jaarlijks keuzemoment in de maand december zal plaatsvinden.

Besluit

Het vast bureau beslist:

Besluit 1

Het vast bureau beslist om de bestaande toeslag onregelmatige prestaties (11 %-regel) alsook de bijhorende toeslagen voor nacht- en weekendprestaties voor het verplegend, verzorgend en paramedisch personeel zoals opgenomen onder afdeling 2 van hoofdstuk III van de rechtspositieregeling van het woonzorgcentrum (RPR WZC), met ingang van 1 januari 2023 af te schaffen.

Het vast bureau beslist om het stelsel van onregelmatige prestaties gangbaar binnen de privéziekenhuizen, privé-ouderenzorg en psychiatrische zorgcentra (PC 330), waarbij verloond wordt in functie van de werkelijke prestatie, in de plaats te stellen eveneens vanaf 1 januari 2023 als volgt: toeslag voor zaterdagprestatie aan 26 %, toeslag voor zon- en feestdagenprestatie aan 56 %, toeslag late shiftprestatie aan 20 %, nachttoeslag aan 35 %, toeslag voor onderbroken diensten aan 50 % waarbij in het weekend geen cumulmogelijkheid van toeslagen wordt toegestaan maar wel steeds het voordeligste tarief geldt per prestatie.

Het vast bureau beslist om in overgang een uitdoofscenario te creëren  en de huidige personeelsleden de vrije keuze te laten om oftewel te opteren voor het behoud van de huidige regeling onregelmatige prestaties, dan wel te opteren voor de nieuwe regeling onregelmatige prestaties, zoals boven vermeld, los van de keuze gemaakt qua IFIC. Eens de keuze gemaakt en overgegaan naar de nieuwe regeling, is deze wel eveneens onomkeerbaar, zoals ook bij de overgang naar IFIC het geval was/is.
Diegene die in dienst komen vanaf 1 januari 2023, zullen deze keuze niet hebben en onmiddellijk en geheel onder de nieuwe regeling van het stelsel van onregelmatige prestaties gangbaar binnen de privéziekenhuizen, ouderenzorg en psychiatrische zorgcentra, vallen, zoals hierboven gesteld.

Het vast bureau beslist met betrekking tot het niet-verpleegkundig, verzorgend en paramedisch personeel van het WZC, wat de toeslagen voor onregelmatige prestaties betreft, niets te wijzigen aan afdeling I van Hoofdstuk III De onregelmatige prestaties van de RPR WZC, welk voor hen onverkort van toepassing blijft.

Het vast bureau beslist de RPR van het woonzorgcentrum overeenkomstig aan te passen en Afdeling II. Nachtprestaties en prestaties

op zaterdagen, zondagen en feestdagen en wisselende diensten van het verplegend, verzorgend en paramedisch personeel te vervangen als volgt:

"Afdeling II. Nachtprestaties en prestaties op zaterdagen, zondagen en feestdagen en wisselende diensten van het verplegend, verzorgend en paramedisch personeel (oude prestatieregeling)

Artikel 190

Deze afdeling II. geldt enkel nog voor het verplegend, verzorgend en paramedisch personeel, in dienst op 31 december 2022 en tevens hebben aangegeven, niet te willen overgaan naar de prestatieregeling zoals vermeld onder afdeling III. 

Artikel 191

§ 1.    Naast de inhaalrust opgelegd door de arbeidswet krijgt de werknemer onder deze afdeling, het volgende:

  1. per uur nachtprestaties tussen 19 uur en 7 uur: een toeslag op het uursalaris die gelijk is aan 2,0479 euro (niet-geïndexeerd bedrag). 
  2. per uur prestaties tussen 0 en 24 uur op een zaterdag, zondag of een reglementaire feestdag: een toeslag op het uursalaris die gelijk is aan 1,0104 euro (niet-geïndexeerd bedrag).

Als berekeningsbasis voor de toeslag geldt het bruto-uursalaris, eventueel verhoogd met de haard- of standplaatstoelage, de toelage voor het waarnemen van een hogere functie of de gegarandeerde salarisverhoging na bevordering of de toelage voor opdrachthouderschap.

§ 2.    De toeslag per uur nachtprestaties is niet cumuleerbaar met de toeslag per uur voor prestaties tussen 0 en 24 uur op een zaterdag, zondag of een reglementaire feestdag vermeld in § 1 van dit artikel.

§ 3.    Een jaarlijkse weddebijslag van 11 % wordt toegekend aan het verplegend, verzorgend en paramedisch personeel van de zorginstellingen dat tot wisselende diensten (of buitengewone prestaties) gehouden is. Onder wisselende diensten wordt begrepen:
      - nachtdienst

      - werk op zon- en feestdagen

      - werk op wisselende uren of onderbroken diensten.

De weddebijslag bedraagt 11% van het brutoloon en wordt maandelijks met de wedde verrekend. 

§ 4.    De toeslag per uur nachtprestaties zowel als de specifieke toeslag per uur voor prestaties tussen 0 en 24 uur op een zaterdag, zondag of een reglementaire feestdag, vermeld in artikel 190, zijn cumuleerbaar met de weddebijslag zoals vermeld in § 3. van dit artikel.

Afdeling III. Nachtprestaties en prestaties op zaterdagen, zondagen en feestdagen en wisselende diensten van het verplegend, verzorgend en paramedisch personeel (nieuwe prestatieregeling ten vroegste vanaf 1 januari 2023)

Artikel 192

Deze afdeling III. geldt enkel voor het verplegend, verzorgend en paramedisch personeel in dienst ten vroegste vanaf 1 januari 2023 of het personeel dat reeds in dienst was op 31 december 2022 en tevens aangegeven heeft, onomkeerbaar te opteren voor deze nieuwe prestatieregeling. 

 Artikel 193

§ 1.    Naast de inhaalrust opgelegd door de arbeidswet krijgt de werknemer onder deze afdeling, het volgende:

  1. per uur nachtprestatie tussen 21 uur en 7 uur: een toeslag op het uursalaris van 35 %. 
  2. per uur prestatie tussen 0 en 24 uur op een zaterdag: een toeslag op het uursalaris van 26 %
  3. per uur prestatie tussen 0 en 24 uur op een zondag of feestdag: een toeslag op het uursalaris van 56 %
  4. per uur avondprestatie tussen 19 uur en 21 uur: een toeslag op het uursalaris van 20 %
  5. voor alle uren van een dienst, die onderbroken wordt gedurende ten minste 4 opeenvolgende uren, op eenzelfde kalenderdag: een toeslag van 50 %.

Als berekeningsbasis voor de toeslag geldt het baremaloon.

§ 2.    De toeslagen in § 1. zijn niet cumuleerbaar, in voorkomend geval moet de hoogste toeslag toegepast worden."