Terug
Gepubliceerd op 10/11/2023

2023_RMW_00058 - Aanpassing steunnorm energiefonds

raad voor maatschappelijk welzijn
di 07/11/2023 - 20:15 raadzaal
Goedgekeurd
Dit besluit handelt over een Andere.

Samenstelling

Aanwezig

Bart Michiels, waarnemend voorzitter; Pascal Van Nueten, schepen; Jan Michielsen, schepen; Patrik De Cat, schepen; Stefan Verraedt, schepen; Eva Brandwijk, schepen; Anne-Mie Hendrickx, raadslid ; Jan Bertels, raadslid; Liese Bergen, raadslid ; Els Sterckx, raadslid; Bieke Baeten, raadslid; Rob Lathouwers, raadslid ; Evelyn Breugelmans, raadslid ; Andreas Huyskens, raadslid ; Susy Matthijs, raadslid ; Priscilla Van Thielen, raadslid ; Tom Olyslaegers, raadslid; Pieter Laureys, raadslid; Griet Van Nueten, raadslid; Marnix Verheyen, raadslid; Marcel De Cuyper, raadslid; Stefan Geyzen, raadslid; Rikkert Van Bauwel, raadslid ; Asma Kareme, raadslid ; Tom Van Dyck, raadslid; Hans Van den Eynden, raadslid; Sarah Boxstaens; Tanja Mattheus, algemeen directeur

Verontschuldigd

Rutger Moons, voorzitter; Hans Horemans, raadslid

Secretaris

Tanja Mattheus, algemeen directeur
2023_RMW_00058 - Aanpassing steunnorm energiefonds 2023_RMW_00058 - Aanpassing steunnorm energiefonds

Motivering

Beknopte samenvatting

De steunnorm energiefonds wordt aangepast. De doelgroep wordt uitgebreid door middel van een verhoging van de inkomensgrens. De bijkomende steunmaatregelen zijn enerzijds een eenmalige tussenkomst in de voorschotfactuur voor personen die behoren tot de oorspronkelijke doelgroep en anderzijds een tussenkomst in de aankoop van energiezuinige toestellen voor rechthebbenden op een sociaal tarief voor gas en elektriciteit.

De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de aanpassing van de steunnorm energiefonds goed. 

Context, relevante voorgeschiedenis en fasen

Sinds de inwerkingtreding van de wet van 4 september 2002, houdende toewijzing van een opdracht aan de OCMW’s inzake de begeleiding en de financiële steunverlening aan de meest hulpbehoevende inzake energielevering, beschikken de OCMW’s over middelen vanuit het Gas- en Elektriciteitsfonds. Tot en met 2021 werden deze middelen door het OCMW van Herentals voornamelijk ingezet op personeelskosten of werkingskosten van projecten waarbij er aandacht is voor onder andere energiezuinigheid, zoals de cursussen ‘leren budgetteren’, de werking van het vormingstraject ‘De Brug’, …

De POD MI gaf naar aanleiding van de inspectie van januari 2021 aan dit niet langer op deze manier te aanvaarden. Er moeten meer middelen gaan naar 'tussenkomsten in onbetaalde energiefacturen eventueel gecombineerd met preventieve maatregelen...'. Om tegemoet te komen aan de verwachtingen van de POD MI en om onze hulpverlening hieraan aan te passen werd er een steunnorm energie opgemaakt. De raad voor maatschappelijk welzijn keurde de steunnorm energiefonds goed op de zitting van 7 juni 2022.

Na een verhoging van de middelen van het Gas- en Elektriciteitsfonds in 2022 werden er ook in 2023 extra middelen ter beschikking gesteld vanuit een bijkomende toelage. Bij evaluatie van de steunnorm energie stellen we vast dat een onderbesteding van deze middelen verwacht kan worden. In 2022 werd aan onze organisatie een bedrag van 21.913,28 euro toegekend, waarvan we 6.503,15 euro ingezet hebben. In 2023 werd dit bedrag vastgelegd op 24.128,33 euro (gewone + bijkomende middelen). Tot op heden liggen de uitgaven voor 2023 ongeveer in dezelfde lijn als die van 2022.

We stellen ook vast dat de tussenkomst in de energiefactuur zinvol is, maar niet tegemoet komt aan alle problemen inzake energiearmoede. Daarom zijn we van mening dat een uitbreiding van de steunnorm zich aandient. 

De steunnorm energiefonds waarbij we tussenkomen bij energiefacturen richt zich op een doelpubliek van huishoudens met een inkomen dat te hoog ligt voor een sociaal energietarief, maar te laag om financieel bestand te zijn tegen buitensporige energiekosten. We willen enerzijds de inkomensgrens die we hanteren optrekken zodat deze beter overeenstemt met het doelpubliek dat we willen bereiken. Anderzijds willen we voor hen ook een éénmalige tussenkomst in een voorschotfactuur voorzien.

Verder willen we ook een tussenkomst voorzien in de aankoop van energiezuinige toestellen voor de doelgroep van huishoudens die wel recht openen op een sociaal tarief voor elektriciteit en gas. Zij worden beschermd met een aangepast energietarief, maar het ontbreekt hen aan de middelen om een kwalitatief energiezuinig toestel te kopen. Door deze wijzigingen hopen we beide doelgroepen te ondersteunen met de tussenkomst die het best aansluit bij hun specifieke noden.

Het bijzonder comité voor de sociale dienst gaf op 2 oktober 2023 unaniem een gunstig advies.

Het vast bureau keurde de aanpassing van de steunnorm energiefonds principieel goed op 9 oktober 2023.

Juridische grond

  • Wet 4 september 2002 houdende toewijzing van een opdracht aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn inzake de begeleiding en de financiële maatschappelijke steunverlening aan de meest hulpbehoevende inzake energielevering. 
  • Omzendbrief van 30 januari 2008 betreffende de toekenning van steun bij de aankoop van een gasconvector in het kader van het gas- en elektriciteitsfonds
  • Omzendbrief van 13 april 2021 betreffende het “preventief sociaal energiebeleid” in het kader van het Gas- en Elektriciteitsfonds
  • Omzendbrief van 14 februari 2019 inzake de uitbreiging van de maatregel Gasconvector in het kader van het Gas- en Elektriciteitsfonds
  • Omzendbrief van 22 juni 2020 betreffende de indexering van het budget van het Gas) en Elektriciteitsfonds voor de jaren 2019 en 2020
  • Omzendbrief van 23 januari 2023 betreffende een bijkomende toelage van 37 miljoen euro in het kader van het Gas- en Elektriciteitsfonds

Argumentatie

Naar aanleiding van de opmerking van de POD MI in verband met het besteden van de middelen voor Art 6 van het gas- en elektriciteitsfonds en de stijgende energieprijzen op de reguliere energiemarkt, werd een steunnorm energiefonds opgemaakt. Deze voorziet in een tussenkomst in de energiefactuur (tussenkomst in de jaarafrekening, éénmalige tussenkomst in een voorschotfactuur) en een tegemoetkoming in de aankoop van energiezuinige toestellen.

Tussenkomst in de energiefactuur

Doelgroep:

Aangezien de omzendbrieven van 23 december 2021 en 23 januari 2023 expliciet vermelden dat de middelen prioritair moeten ingezet worden voor het ondersteunen van personen die financiële problemen hebben als gevolg van de hoge elektriciteits- en gasprijzen en die niet onder het SOCTAR-RVV-systeem vallen (begunstigde van het sociaal tarief voor gas en elektriciteit), wordt onderstaande doelgroep voorgesteld: 

Alle burgers van de stad Herentals die onder één of meerdere van onderstaande stelsels vallen, worden uitgesloten voor deze steunnorm energiefonds: 

  • Elke burger die een sociale woning huurt.
  • Deze doelgroep kan al huren aan een sociaal tarief en zij huren onder het sociaal huurstelsel waardoor deze woningen verondersteld worden conform de wetgeving te zijn.
  • Elke burger die recht heeft op een financieel voordeel vanuit de Vlaamse Overheid (bijvoorbeeld:  huursubsidie, huurpremie,…).
  • Ook deze doelgroep geniet net als bovenstaande reeds over een geldelijke ondersteuning. 
  • Elke burger die een budgetmeter gas- en/of elektriciteit heeft.
  • Deze cliënten kunnen tijdens de wintermaanden al extra bedragen bekomen door een aanvraag minimale levering aardgas te doen. Bovendien worden deze cliënten niet geconfronteerd met een afrekening en hebben zij controle op hun budget.
  • Elke burger met een verhoogde tegemoetkoming aangezien zij een beroep kunnen doen op een sociaal tarief.  
  • Elke burger die eigenaar is van een woning waarvoor geen hypothecair krediet meer loopt. 
  • Elke burger die eigenaar is van meer dan enkel de woning die zijn hoofdverblijfplaats is. 
  • Elke burger die over voldoende spaargelden, onder welke vorm dan ook, beschikt om de afrekening van het energiefactuur zelf te betalen. 

Werkwijze: 

Indien burgers zich aanmelden met een energiefactuur die ze niet kunnen betalen, wordt er met onderstaande stappen gewerkt: 

  • Stap 1: Een sociaal en financieel onderzoek

Er wordt een opsomming gemaakt van de maandelijkse inkomsten en uitgaven waarbij gekeken wordt of er uitgaven geschrapt kunnen worden en/of er een verhoging van de inkomsten mogelijk is. 

Mogelijke aandachtspunten hierbij zijn:

  • Huur: Is dit haalbaar met het budget of moet er uitgekeken worden naar iets anders? 
  • Telecommunicatie: zijn er zaken in de bundels/pakketten te schrappen? 
  • Hypothecaire kredieten: deze kunnen 6 maanden stilgelegd worden. 

  •  
  •  2: De analyse van de energiefactuur 

De energiefactuur wordt vergeleken met:

De voorbije energiefacturen om te bekijken wat de oorzaak is van de hoge energiekost. Is dit de prijsstijging die voelbaar is of is er ook meer verbruik zichtbaar? Indien dat laatste het geval is, wordt bekeken of dit verklaarbare en billijke verklaringen heeft (bv thuiswerk). 

Het gemiddeld verbruik van een vergelijkbare gezinssamenstelling. Als dit verbruik significant hoger is (>10 %) wordt er gekeken wat de oorzaak is en of hier mogelijks oplossingen voor zijn.

  • Stap 3: Een energiescan bij de energiesnoeiers opstarten
      Er wordt een energiescan aangevraagd bij de energiesnoeiers in onderstaande gevallen: 
    • Indien er al een hoog bedrag betaald moest worden voor de energiecrisis. Dit wijst erop dat er iets structureel mis is met het verbruik. 
    • Indien er een extra inspanning/verhoging van het voorschot heeft plaatsgevonden maar de eindafrekening toch hoog blijft. 
    • Als de maatschappelijk assistent dit noodzakelijk acht. 
    • Al de cliënt hiertoe de expliciete vraag stelt.
       
  • Stap 4: Oplossingen aanbieden

1. Wanneer uit het sociaal onderzoek blijkt dat er een structureel budgettair tekort is, waardoor de voorschotfacturen een overmatige belasting zijn voor het budget van de cliënt, worden volgende stappen genomen:

  • Contact opnemen met leverancier: nagaan of we het voorschotfactuur kunnen verlagen naar een haalbaar en realistisch bedrag.
  • VREG test doen: indien er een significant voordeliger contract beschikbaar is dient cliënt over te stappen. 
  • Aangezien de aanpassing van het voorschotfactuur en de eventuele overstap naar een goedkoper contract geen oplossing biedt voor het huidige voorschotfactuur, wordt dit factuur éénmalig ten laste genomen als niet-terugvorderbare steun via het energiefonds.
  • Het niet naleven van de voorwaarden opgenomen in de tussenkomst (overstappen naar een nieuw energiecontract, uitvoeren energiescan,…) is een uitsluitingscriterium voor een eventuele latere tussenkomst in de jaarafrekening.

2. Wanneer uit het sociaal onderzoek blijkt dat er niet voldoende ruimte is om de jaarafrekening te betalen, kan een tussenkomst in de jaarafrekening worden onderzocht. Als burgers rond het gemiddelde verbruik zitten (max 10 % hoger dan gemiddeld verbruik van een vergelijkbare gezinssituatie) of de oorzaak van hun bovengemiddeld verbruik ligt buiten hun macht, wordt onderstaand cascadesysteem toegepast: 

  • Als het beschikbaar inkomen onder de de vastgelegde inkomensgrens ligt (de SILC-armoedegrens herberekend naar actuele loonindex +10%):
    • Er wordt maximum 50 % van het bedrag op de afrekeningsfactuur ten laste genomen als niet-terugvorderbare steun via het energiefonds met een maximum van 1.250 euro.  
    • Voor het overige bedrag wordt een afbetalingsplan aangevraagd bij de energieleverancier. Indien dat laatste niet mogelijk is, wordt dit omgezet naar een terugvorderbare steun die via betalingsafspraken wordt terugbetaald aan het OCMW.  
       
  • Als het beschikbaar inkomen boven de de vastgelegde inkomensgrens ligt (de SILC-armoedegrens herberekend naar actuele loonindex +10%):
    • Er wordt een afbetalingsplan aangevraagd bij de energieleverancier. 

3. Als burgers boven het gemiddeld verbruik zitten (meer dan 10 % hoger dan gemiddeld verbruik van een vergelijkbare gezinssituatie) en er geen oorzaak gevonden wordt die buiten hun macht ligt, wordt er een afbetalingsplan aangevraagd bij de energieleverancier.  

Bij stap 4 is het belangrijk om op te merken dat: 

  1. Het gemiddeld verbruik gedefinieerd wordt als het verbruik van een vergelijkbare gezinssituatie met een marge van maximaal 10 %. 
  2. Bovenstaande maatregelen mogen enkel toegepast worden zo lang er beschikbaar budget is uit het gas- en elektriciteitsfonds vanuit art 6. 
  3. Voor de berekening van de vastgelegde inkomensgrens wordt de werkwijze gebruikt volgens de richtlijnen van SILC. De armoedegrens wordt vervolgens aangepast aan de actuele loonindexcijfers en vermeerderd met 10% (zie bijlage 1). We zullen onze berekening steeds aanpassen aan de meest recente indexcijfers en SILC-armoedegrens.
     
  • Stap 5: Preventie naar volgend(e) jaar/jaren
    • Alle door de sociale dienst voorgestelde verbeterinitiatieven i.v.m. inkomsten en uitgaven moeten opgevolgd worden. 
    • Alle door de energiesnoeiers aangehaalde verbetervoorstellen die budgettair haalbaar zijn, moeten uitgevoerd worden. 
    • Als de energie installatie een probleem vormt, moet er initiatief getoond worden om dit op te lossen. 

Deze gemaakte afspraken worden expliciet opgenomen in het sociaal verslag en de beslissing die i.v.m. deze steunnorm energiefonds naar het bijzonder comité voor de sociale dienst ter goedkeuring wordt overgemaakt.

Indien bovenstaande afspraken niet zijn nagekomen, vormen zij een uitsluitingscriteria om volgend(e) jaar/jaren in aanmerking te komen voor deze steunmaatregel. 

Het bijzonder comité voor de sociale dienst wordt gelast met de uitvoering van deze steunnorm en kan in behartigenswaardige situaties en na gemotiveerd advies van de sociale dienst, een afwijking toestaan.

Tegemoetkoming in de aankoop van energiezuinige toestellen

Doelgroep:

Bij de reeds besproken opties voor een tussenkomst in de energiefactuur richten we ons, omwille van eerder vermeldde argumentering, expliciet op mensen die geen recht openen op het sociaal tarief voor aardgas en elektriciteit.

Mensen die wel recht open op een sociaal tarief zijn echter ook kwetsbaar in kader van energiearmoede. Waar zij reeds een aanzienlijk voordeel genieten wat betreft de prijs die ze betalen voor hun energie, ontbreekt het hen vaak aan voldoende middelen om energiezuinige toestellen aan te kopen. Waardoor ze dan wel een aangepaste energieprijs hebben, maar wel een hoog energieverbruik. Zij openen om deze reden wel al een recht op een kortingsbon via Fluvius. Deze is echter beperkt tot een bedrag van 250 euro  (dd 1 oktober 2023) en tot 1 toestel in een periode van 2 jaar. 

Met onze tegemoetkoming in de aankoop van energiezuinige toestellen beogen we dus een preventieve maatregel te nemen waarbij we ons richten op mensen met een sociaal tarief voor gas en elektriciteit aanvullend op de Fluvius-kortingsbon voor energiezuinige toestellen.

Werkwijze:

  • Wanneer een cliënt een toestel koopt met gebruik van de Fluvius-kortingsbon kennen we een bijkomende tegemoetkoming toe in de vorm van een niet terugvorderbare steun in kader van het energiefonds. Deze tegemoetkoming bedraagt het restsaldo dat de cliënt voor het toestel moet betalen, maar gelimiteerd op maximaal het bedrag van de Fluvius-kortingsbon 
  • Wanneer een cliënt in de periode van twee jaar na aanvraag van de Fluvius-kortingsbon nog een tweede energiezuinig toestel wenst aan te kopen, kennen we een tegemoetkoming aan in de vorm van een niet terugvorderbare steun in kader van het energiefonds. Deze tegemoetkoming bedraagt de kostprijs van het toestel, maar gelimiteerd op maximaal het bedrag van de Fluvius-kortingsbon en kan enkel toegekend worden indien het toestel beantwoordt aan dezelfde criteria als deze van de Fluvius-kortingsbon.

We zullen de toelage pas uitbetalen na bewijs van aankoop van het toestel maar de aankoop moet eerst besproken en goedgekeurd zijn door de betrokken maatschappelijk assistent zodat duidelijk is dat het gewenst toestel inderdaad in aanmerking komt. Aangezien de aankoop van een toestel vaak niet mogelijk is binnen het beschikbare budget van de cliënt, en aangezien het meestal noodzakelijke aankopen betreft ter vervanging van een defect toestel, is het aangewezen om de betaling op basis van een dringende beslissing te kunnen uitvoeren, waarna de steun ter goedkeuring wordt voorgelegd op het eerstvolgende BCSD. 

Net zoals bij de tussenkomst in de energiefactuur kan deze toekenning enkel toegepast worden totdat de door de hogere overheden toegekende middelen vanuit het Gas- en Elektriciteitsfonds (art.6) uitgeput zijn. 

Het bijzonder comité voor de sociale dienst kan op gemotiveerd advies van de sociale dienst voor behartigenswaardige gevallen afwijken van bovenstaande regeling.

Besluit

De raad voor maatschappelijk welzijn beslist:

Besluit 1

De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de aanpassing van de steunnorm energiefonds goed.

Stemming op het artikel

Stemmen voor 27
Jan Michielsen, Tom Olyslaegers, Marcel De Cuyper, Tom Van Dyck, Jan Bertels, Pieter Laureys, Hans Van den Eynden, Bart Michiels, Els Sterckx, Patrik De Cat, Bieke Baeten, Andreas Huyskens, Eva Brandwijk, Pascal Van Nueten, Rob Lathouwers, Priscilla Van Thielen, Susy Matthijs, Stefan Geyzen, Asma Kareme, Marnix Verheyen, Sarah Boxstaens, Evelyn Breugelmans, Anne-Mie Hendrickx, Liese Bergen, Stefan Verraedt, Griet Van Nueten, Rikkert Van Bauwel
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0