Terug
Gepubliceerd op 29/03/2023

2023_GR_00026 - Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen: ontwerp-Beleidsplan Ruimte en aanduiding en omschrijving van onderdelen uit het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan die niet langer geldig zijn: advies

gemeenteraad
di 07/03/2023 - 20:00 raadzaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Rutger Moons, voorzitter; Mien Van Olmen, burgemeester; Pascal Van Nueten, schepen; Jan Michielsen, schepen ; Patrik De Cat, schepen; Stefan Verraedt, schepen; Eva Brandwijk, schepen; Bart Michiels, schepen; Anne-Mie Hendrickx, raadslid; Jan Bertels, raadslid; Liese Bergen, raadslid; Els Sterckx, raadslid; Peter Verpoorten, raadslid; Bieke Baeten, raadslid; Rob Lathouwers, raadslid; Evelyn Breugelmans, raadslid; Andreas Huyskens, raadslid; Susy Matthijs, raadslid; Priscilla Van Thielen, raadslid; Tom Olyslaegers, raadslid; Pieter Laureys, raadslid; Griet Van Nueten, raadslid; Marnix Verheyen, raadslid; Marcel De Cuyper, raadslid; Stefan Geyzen, raadslid; Rikkert Van Bauwel, raadslid; Asma Kareme, raadslid ; Hans Horemans; Tom Van Dyck; Dirk Soentjens, algemeen directeur

Secretaris

Dirk Soentjens, algemeen directeur
2023_GR_00026 - Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen: ontwerp-Beleidsplan Ruimte en aanduiding en omschrijving van onderdelen uit het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan die niet langer geldig zijn: advies 2023_GR_00026 - Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen: ontwerp-Beleidsplan Ruimte en aanduiding en omschrijving van onderdelen uit het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan die niet langer geldig zijn: advies

Motivering

Beknopte samenvatting

De gemeenteraad geeft advies over het ontwerp-Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen en aanduiding en omschrijving van onderdelen uit het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan die niet langer geldig zijn.

Context, relevante voorgeschiedenis en fasen

De provincieraad keurde op 27 oktober 2022 de ontwerpversie van het Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen (PBRA) goed. Daarnaast is ook het ontwerp-plan-MER klaar. Over beide documenten wordt een adviesronde georganiseerd bij de decretaal bepaalde adviesinstanties, waaronder de gemeentebesturen.

De gemeenteraad moet advies verlenen over het ontwerp-Beleidsplan Ruimte. Het college van burgemeester en schepenen moet advies verlenen over het ontwerp-plan-MER. De gemeenteraad kan ook advies geven over de aanduiding en omschrijving van onderdelen uit het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS) die niet langer geldig zijn. 

Argumentatie

Het ontwerp-Beleidsplan van de provincie Antwerpen bevat een strategische visie en drie beleidskaders.

De strategische visie bevat vier ruimtelijke principes:

  • Zuinig ruimtegebruik
  • Veerkracht
  • Nabijheid en bereikbaarheid
  • Eigenheid

Deze principes zijn concreter gemaakt in 7 strategieën:

  • Offensieve open ruimte
  • Samenhangend ecologisch netwerk
  • Van versnippering naar bundeling
  • Ruimtelijke multimodale vervoersknopen
  • Sluitend locatiebeleid voor (hoog) dynamische functies
  • Levendige kernen
  • Energietransitie

Het ontwerp-Beleidsplan heeft drie ontwerpen van beleidskaders:

  • Levendige kernen
  • Sterke netwerken: ruimte en mobiliteit
  • Verdichten en ontdichten van de ruimte

Het ontwerp plan-MER omvat inleiding, regelgeving en procedure, team van deskundigen, beknopte beschrijving, toelichting methodologie en het eigenlijke milieueffectenonderzoek per milieuthema. De conclusies per onderdeel worden samengebracht in een synthese en besluit met voornaamste aanbevelingen.

Tijdens de opmaak van het Provinciaal Beleidsplan Ruimte kan de provincieraad onderdelen van gemeentelijke ruimtelijke beleidskaders of gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen omschrijven of aanduiden die niet geldig zijn. De provincieraad moet hiervoor het advies inwinnen van de gemeenteraad. Een nota met de aanduiding en omschrijving van de specifieke onderdelen uit het GRS die niet langer geldig zijn en motivering is bijgevoegd.

In het kader van de adviesvraag over het ontwerp-Beleidsplan Ruimte kunnen volgende opmerkingen worden geformuleerd:

  • Een gemeentelijk beleidsplan Ruimte en Mobiliteit Herentals (BRH) is in opmaak. Het beleidsplan zal ook een beleidskader bevatten over wonen en verdichting. Voor de opmaak van het beleidsplan is een woonbehoeftestudie uitgevoerd met projectie tot 2040. In het provinciaal beleidsplan gebeurt de woningprogrammatie tot 2030. Om een beleid op langere termijn te voeren, wordt aan het provinciebestuur gevraagd om de woningprogrammatie op te maken tot 2040.
  • Op basis van het onderzoek dat werd gevoerd in kader van de opmaak van het gemeentelijk beleidsplan Ruimte en Mobiliteit Herentals wordt de huishoudensprognose voor het ganse grondgebied ingeschat op 1.584 bijkomende huishoudens tegen 2040. Op basis van de conclusies uit de woonbehoeftestudie en de evaluatie van de stedelijke taakstelling wordt gemotiveerd om een grotere groei op te vangen. In de conceptnota van het Beleidsplan Ruimte Herentals wordt een groei vooropgesteld van 2.000 bijkomende wooneenheden tegen 2040, waarbij eveneens de stedelijke kern als groeikern wordt aangeduid. Aan het provinciebestuur wordt gevraagd om deze doelstelling aan te houden en geen hogere taakstelling op te leggen. Het voorstel van de provincie tot 2030 voor het kleinstedelijke gebied bedraagt 1.449 woningen. Dit zou betekenen dat bijna 75 % van de opgave tot 2040 in de eerstkomende 7 jaar wordt gebouwd, wat quasi overeenkomt met de huidige verwachte bevolkingsaangroei voor het ganse grondgebied tegen 2040. Verder werd in de woonbehoeftestudie de provinciale taakstelling 1991-2022 geëvalueerd. In deze taakstelling werd een gemiddelde bouwsnelheid van 139 wooneenheden per jaar vooropgesteld. Er werd echter vastgesteld dat deze bouwsnelheid te hoog ligt voor de bouwmarkt in Herentals. In werkelijkheid werd in deze periode gebouwd aan een snelheid van ongeveer 88 wooneenheden per jaar. Een hogere snelheid die binnen het gemeentelijk beleidsplan realistisch is, zal ongeveer gelijk zijn aan 100 à 120 wooneenheden per jaar. De woningprogrammatie die nu wordt voorgesteld in het PBRA zou gelijk moeten zijn aan ongeveer 200 woningen per jaar. Dit wordt als niet realistisch ingeschat.
  • Het beleidskader ‘wonen en verdichting’ in het gemeentelijk beleidsplan Ruimte en Mobiliteit Herentals wil een raamwerk bieden voor de locatie en voorwaarden voor bijkomende woningen. De conceptnota bevat een aanzet hiertoe waarbij wordt gewerkt met woonmilieus. Verschillende woonmilieus worden afgebakend en per woonmilieu worden ontwikkelingsperspectieven opgesteld. Wonen en verdichting worden daarbij niet los gezien, maar vanuit de strategische visie en in relatie met de andere beleidskaders over mobiliteit en groenblauwe netwerken. De afbakening van de kernen (blz. 80 in PBRA beleidskader 'levendige kernen') en de gekoppelde ontwikkelingsperspectieven (ibidem, 47-51) in het provinciaal beleidsplan zijn te rigide. In het kader van het gemeentelijk beleidsplan Ruimte en Mobiliteit Herentals wordt aan de provincie gevraagd om in overleg te treden, waarbij wordt vertrokken vanuit het onderzoek dat in het teken van het BRH reeds is gevoerd. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om een verfijning van de afbakening van de kerntypering 'dorpskernen' in Noorderwijk en Morkhoven, zodat een versterking echt gebeurt in de kernen van de dorpen, verfijningen binnen de kerntypering 'stedelijke kern', het al dan niet aansnijden van woonuitbreidingsgebieden enzovoort.
  • Het stadsbestuur vraagt een verduidelijking waarom de bedrijventerreinen Hannekenshoek en Noordervaart deel uitmaken van de ‘stedelijke kern’ volgens de kaart van de kerntypering (blz. 80 in PBRA beleidskader ‘levendige kernen’).
  • Het stadsbestuur vraagt een verduidelijking van de contour van de verschillende kerntyperingen (blz. 80 in PBRA beleidskader ‘levendige kernen’). Mogelijk zijn er leemtes of onduidelijkheden op de kaart van de kerntyperingen als gevolg van bijvoorbeeld gebruikte algoritmes of GIS-data. Aan het provinciebestuur wordt gevraagd om dit in detail te onderzoeken.

In het kader van de adviesvraag betreffende de aanduiding en omschrijving van onderdelen uit het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan die niet langer geldig zijn, kunnen volgende opmerkingen worden geformuleerd:

  • Binnengebied Montezumalaan: Het behouden van de bufferzone kan worden gevolgd, gezien dit ook zo is voorzien in de structuurschets ‘Wuytsbergen-Ekelen’ die op 2 mei 2017 is goedgekeurd door de gemeenteraad. De motivatie dat het bijkomend creëren van een juridisch aanbod voor wonen hier een kernversterkend beleid tegenwerkt, kan niet worden gevolgd. Het gebied is immers gelegen binnen het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Afbakeningslijn’ dat definitief werd vastgesteld op 27 september 2018. Binnen de grenslijn moet een stedelijk gebiedsbeleid worden gevoerd. Bovendien is dit een contradictie met de aanduiding als een 'stedelijk dorp' in het ontwerp-PBRA.
  • Bedrijventerrein Hannekenshoek-Dikberd-Vennen-Langepad: Het principe om louter detailhandel niet toe te staan op bedrijventerreinen kan worden gevolgd. Gezien de specifieke ligging aansluitend bij de stadskern wordt evenwel gevraagd om voldoende flexibiliteit te laten voor innovatieve ondernemingen (bijvoorbeeld onderzoek, technologie, consulting, ICT, nieuwe media, spin-off’s enzovoort) met ook kantoorachtige bedrijvigheid of dienstverlening voor andere bedrijven. Deze bedrijven moeten wel ruimtevragend zijn, maar kunnen arbeidsextensief van aard zijn. Op die manier kunnen voldoende kansen worden geboden voor een herstructurering van het gebied en kan een hoogwaardige bedrijvencluster ontstaan die zich diversifieert ten opzichte van andere bedrijventerreinen, ruimte biedt voor kennisbedrijven in de regio, en nauw aansluit bij de stadskern. Daarnaast wenst het stadsbestuur de woonomgeving van het Eilandje te behouden en verder uit te bouwen als verbinding tussen Molekens en Herentals-centrum.
  • Kleinhandelszones Aarschotseweg en Laagland: Het stadsbestuur gaat ervan uit dat de provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen ‘Aarschotseweg’ en ‘Laagland’, definitief vastgesteld door de provincieraad op 27 september 2018, behouden blijven, ondanks het schrappen van passages met betrekking tot de wenselijkheid van detailhandel in deze zones.

Besluit

De gemeenteraad beslist:

Besluit 1

De gemeenteraad neemt kennis van het ontwerp van het Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen, het ontwerp-plan-MER en de nota met de aanduiding en omschrijving van de specifieke onderdelen uit het GRS die niet langer geldig zijn en motivering.

De gemeenteraad geeft een gunstig advies bij het ontwerp-Beleidsplan, mits rekening wordt gehouden met volgende opmerkingen:

  • Een gemeentelijk beleidsplan Ruimte en Mobiliteit Herentals (BRH) is in opmaak. Het beleidsplan zal ook een beleidskader bevatten over wonen en verdichting. Voor de opmaak van het beleidsplan is een woonbehoeftestudie uitgevoerd met projectie tot 2040. In het provinciaal beleidsplan gebeurt de woningprogrammatie tot 2030. Om een beleid op langere termijn te voeren, wordt aan het provinciebestuur gevraagd om de woningprogrammatie op te maken tot 2040.
  • Op basis van het onderzoek dat werd gevoerd in kader van de opmaak van het gemeentelijk beleidsplan Ruimte en Mobiliteit Herentals wordt de huishoudensprognose voor het ganse grondgebied ingeschat op 1.584 bijkomende huishoudens tegen 2040. Op basis van de conclusies uit de woonbehoeftestudie en de evaluatie van de stedelijke taakstelling wordt gemotiveerd om een grotere groei op te vangen. In de conceptnota van het Beleidsplan Ruimte Herentals wordt een groei vooropgesteld van 2.000 bijkomende wooneenheden tegen 2040, waarbij eveneens de stedelijke kern als groeikern wordt aangeduid. Aan het provinciebestuur wordt gevraagd om deze doelstelling aan te houden en geen hogere taakstelling op te leggen. Het voorstel van de provincie tot 2030 voor het kleinstedelijke gebied bedraagt 1.449 woningen. Dit zou betekenen dat bijna 75 % van de opgave tot 2040 in de eerstkomende 7 jaar wordt gebouwd, wat quasi overeenkomt met de huidige verwachte bevolkingsaangroei voor het ganse grondgebied tegen 2040. Verder werd in de woonbehoeftestudie de provinciale taakstelling 1991-2022 geëvalueerd. In deze taakstelling werd een gemiddelde bouwsnelheid van 139 wooneenheden per jaar vooropgesteld. Er werd echter vastgesteld dat deze bouwsnelheid te hoog ligt voor de bouwmarkt in Herentals. In werkelijkheid werd in deze periode gebouwd aan een snelheid van ongeveer 88 wooneenheden per jaar. Een hogere snelheid die binnen het gemeentelijk beleidsplan realistisch is, zal ongeveer gelijk zijn aan 100 à 120 wooneenheden per jaar. De woningprogrammatie die nu wordt voorgesteld in het PBRA zou gelijk moeten zijn aan ongeveer 200 woningen per jaar. Dit wordt als niet realistisch ingeschat.
  • Het beleidskader ‘wonen en verdichting’ in het gemeentelijk beleidsplan Ruimte en Mobiliteit Herentals wil een raamwerk bieden voor de locatie en voorwaarden voor bijkomende woningen. De conceptnota bevat een aanzet hiertoe waarbij wordt gewerkt met woonmilieus. Verschillende woonmilieus worden afgebakend en per woonmilieu worden ontwikkelingsperspectieven opgesteld. Wonen en verdichting worden daarbij niet los gezien, maar vanuit de strategische visie en in relatie met de andere beleidskaders over mobiliteit en groenblauwe netwerken. De afbakening van de kernen (blz. 80 in PBRA beleidskader 'levendige kernen') en de gekoppelde ontwikkelingsperspectieven (ibidem, 47-51) in het provinciaal beleidsplan zijn te rigide. In het kader van het gemeentelijk beleidsplan Ruimte en Mobiliteit Herentals wordt aan de provincie gevraagd om in overleg te treden, waarbij wordt vertrokken vanuit het onderzoek dat in het teken van het BRH reeds is gevoerd. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om een verfijning van de afbakening van de kerntypering 'dorpskernen' in Noorderwijk en Morkhoven, zodat een versterking echt gebeurt in de kernen van de dorpen, verfijningen binnen de kerntypering 'stedelijke kern', het al dan niet aansnijden van woonuitbreidingsgebieden enzovoort. Zo zijn Zandkapel en Wijngaard in het PBRA beleidskader 'levendige kernen' opgenomen als 'stedelijke dorpskernen'. Het stadsbestuur vraagt om Zandkapel en Wijngaard niet te weerhouden als 'stedelijke dorpskernen' gezien hun huidige karakter en ligging. 
  • Het stadsbestuur vraagt een verduidelijking waarom de bedrijventerreinen Hannekenshoek en Noordervaart deel uitmaken van de ‘stedelijke kern’ volgens de kaart van de kerntypering (blz. 80 in PBRA beleidskader ‘levendige kernen’).
  • Het stadsbestuur vraagt een verduidelijking van de contour van de verschillende kerntyperingen (blz. 80 in PBRA beleidskader ‘levendige kernen’). Mogelijk zijn er leemtes of onduidelijkheden op de kaart van de kerntyperingen als gevolg van bijvoorbeeld gebruikte algoritmes of GIS-data. Aan het provinciebestuur wordt gevraagd om dit in detail te onderzoeken.

De gemeenteraad geeft een gunstig advies bij de aanduiding en omschrijving van onderdelen uit het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan die niet langer geldig zijn, mits rekening wordt gehouden met volgende opmerkingen:

  • Binnengebied Montezumalaan: Het behouden van de bufferzone kan worden gevolgd, gezien dit ook zo is voorzien in de structuurschets ‘Wuytsbergen-Ekelen’ die op 2 mei 2017 is goedgekeurd door de gemeenteraad. Er moet een bufferzone worden gevrijwaard aan Montezumalaan om de woonwijk af te schermen van het industriegebied. De motivatie dat het bijkomend creëren van een juridisch aanbod voor wonen hier een kernversterkend beleid tegenwerkt, kan niet worden gevolgd. Het gebied is immers gelegen binnen het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Afbakeningslijn’ dat definitief werd vastgesteld op 27 september 2018. Binnen de grenslijn moet een stedelijk gebiedsbeleid worden gevoerd. Bovendien is dit een contradictie met de aanduiding als een 'stedelijk dorp' in het ontwerp-PBRA.
  • Bedrijventerrein Hannekenshoek-Dikberd-Vennen-Langepad: Het principe om louter detailhandel niet toe te staan op bedrijventerreinen kan worden gevolgd. Gezien de specifieke ligging aansluitend bij de stadskern wordt evenwel gevraagd om voldoende flexibiliteit te laten voor innovatieve ondernemingen (bijvoorbeeld onderzoek, technologie, consulting, ICT, nieuwe media, spin-off’s enzovoort) met ook kantoorachtige bedrijvigheid of dienstverlening voor andere bedrijven. Deze bedrijven moeten wel ruimtevragend zijn, maar kunnen arbeidsextensief van aard zijn. Op die manier kunnen voldoende kansen worden geboden voor een herstructurering van het gebied en kan een hoogwaardige bedrijvencluster ontstaan dat zich diversifieert ten opzichte van andere bedrijventerreinen, ruimte biedt voor kennisbedrijven in de regio, en nauw aansluit bij de stadskern. Daarnaast wenst het stadsbestuur de woonomgeving van het Eilandje te behouden en verder uit te bouwen als verbinding tussen Molekens en Herentals-centrum.
  • Kleinhandelszones Aarschotseweg en Laagland: Het stadsbestuur gaat ervan uit dat de provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen ‘Aarschotseweg’ en ‘Laagland’, definitief vastgesteld door de provincieraad op 27 september 2018, behouden blijven, ondanks het schrappen van passages met betrekking tot de wenselijkheid van detailhandel in deze zones.

Stemming op het artikel

Stemmen voor 22
Jan Michielsen, Mien Van Olmen, Tom Olyslaegers, Marcel De Cuyper, Tom Van Dyck, Jan Bertels, Pieter Laureys, Bart Michiels, Patrik De Cat, Rutger Moons, Bieke Baeten, Andreas Huyskens, Eva Brandwijk, Pascal Van Nueten, Rob Lathouwers, Asma Kareme, Marnix Verheyen, Anne-Mie Hendrickx, Liese Bergen, Stefan Verraedt, Griet Van Nueten, Rikkert Van Bauwel
Stemmen tegen 6
Els Sterckx, Priscilla Van Thielen, Susy Matthijs, Stefan Geyzen, Evelyn Breugelmans, Peter Verpoorten
Onthoudingen 1
Hans Horemans
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0