Terug
Gepubliceerd op 31/03/2023

2023_GR_00064 - Belastingen 2023-2025: belastingreglement op verwaarloosde gebouwen en woningen: goedkeuring

gemeenteraad
di 28/03/2023 - 20:00 raadzaal
Goedgekeurd
Dit besluit handelt over een Belastingreglement.
  • Bijkomende aanslagvoet: Nee

Samenstelling

Aanwezig

Rutger Moons, voorzitter; Mien Van Olmen, burgemeester; Pascal Van Nueten, schepen; Jan Michielsen, schepen ; Patrik De Cat, schepen; Stefan Verraedt, schepen; Eva Brandwijk, schepen; Bart Michiels, schepen; Anne-Mie Hendrickx, raadslid; Jan Bertels, raadslid; Liese Bergen, raadslid; Els Sterckx, raadslid; Peter Verpoorten, raadslid; Bieke Baeten, raadslid; Rob Lathouwers, raadslid; Evelyn Breugelmans, raadslid; Andreas Huyskens, raadslid; Susy Matthijs, raadslid; Tom Olyslaegers, raadslid; Pieter Laureys, raadslid; Griet Van Nueten, raadslid; Marnix Verheyen, raadslid; Marcel De Cuyper, raadslid; Stefan Geyzen, raadslid; Rikkert Van Bauwel, raadslid; Asma Kareme, raadslid ; Hans Horemans; Tom Van Dyck; Dirk Soentjens, algemeen directeur

Verontschuldigd

Priscilla Van Thielen, raadslid

Secretaris

Dirk Soentjens, algemeen directeur
2023_GR_00064 - Belastingen 2023-2025: belastingreglement op verwaarloosde gebouwen en woningen: goedkeuring 2023_GR_00064 - Belastingen 2023-2025: belastingreglement op verwaarloosde gebouwen en woningen: goedkeuring

Motivering

Beknopte samenvatting

De stad heeft een samenwerkingsovereenkomst met IOK voor de opmaak en het beheer van het register verwaarloosde gebouwen en woningen. Gezien de sterke relatie tussen het reglement inzake het register en het belastingreglement wordt ook het belastingreglement op verwaarloosde gebouwen en woningen ter stemming voorgelegd aan de gemeenteraad.

Het belastingreglement op  verwaarloosde gebouwen en woningen wordt aangepast naar analogie van het nieuwe modelreglement van IOK. Dit om een zo uniform en objectief mogelijke werkwijze aan te houden. De wijzigingen hebben als doel om bepaalde aspecten meer te verduidelijken.

De gemeenteraad keurt het gewijzigde reglement goed.

Context, relevante voorgeschiedenis en fasen

Herentals heeft momenteel een belastingreglement inzake belasting op verwaarloosde gebouwen en woningen op het grondgebied van de stad Herentals. Dit reglement werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 8 december 2020.

Het gewijzigde reglement inzake de belasting op verwaarloosde gebouwen en woningen werd voor principiƫle goedkeuring voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen.

Vandaag keurt de gemeenteraad het gewijzigde reglement goed.

Juridische grond

  • Grondwet, zoals gewijzigd, vooral artikel 170, §4
  • Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen zijn van toepassing op dit belastingreglement.
  • Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd
  • Vlaamse Codex Wonen van 2021
  • Besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021

Argumentatie

De stad heeft een samenwerkingsovereenkomst met IOK voor de opmaak en het beheer van het register verwaarloosde gebouwen en woningen. Gezien de sterke relatie tussen het reglement inzake het register en het belastingreglement wordt ook het belastingreglement op verwaarloosde gebouwen en woningen ter stemming voorgelegd aan de gemeenteraad.

De administratie stelt voor om het belastingreglement op  verwaarloosde gebouwen en woningen aan te passen naar analogie van het nieuwe modelreglement van IOK. Dit om een zo uniform en objectief mogelijke werkwijze aan te houden. De wijzigingen hebben als doel om bepaalde aspecten meer te verduidelijken.

Het college van burgemeester en schepenen heeft het reglement op 13 maart 2023 principieel goedgekeurd.

Besluit

De gemeenteraad beslist:

Besluit 1

De gemeenteraad keurt het belastingreglement op verwaarloosde gebouwen en woningen goed. 

Belastingen 2023-2025: Belastingreglement op verwaarloosde gebouwen en woningen

1. Algemene bepalingen

Het belastingreglement belasting op verwaarloosde gebouwen en woningen goedgekeurd door de gemeenteraad op 8 december 2020, wordt opgeheven met ingang van het huidig reglement belasting op leegstaande gebouwen en woningen op 1 januari 2023.

Doel:

De stad stelt dat wonen voor elke doelgroep betaalbaar en kwaliteitsvol moet blijven. De stad vervult daarbij een regierol. De belasting heeft als doel om de verloedering van de leef-en woonomgeving tegen te gaan.

De stad heft van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2025 een jaarlijkse gemeentebelasting, zijnde de heffing op verwaarloosde woningen en gebouwen, op de woningen en gebouwen die gedurende minstens 12 opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde gebouwen en woningen.

Artikel 1: Definities

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

  1. Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen: 
    • een aangetekend schrijven 
    • een afgifte tegen ontvangstbewijs.
  2. Register van verwaarloosde gebouwen en woningen: het gemeentelijk register van verwaarloosde gebouwen en woningen, als vermeld in artikel 2.15. Vlaamse Codex Wonen. 
  3. Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitzondering van de bebouwde onroerende goederen die vallen onder de toepassing van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten en later wijzigingen.
  4. Woning: elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande.
  5. Houder van het zakelijk recht: de persoon of de personen met een recht van volle eigendom, opstal, erfpacht of vruchtgebruik met betrekking tot een gebouw of een woning.
  6. Opnamedatum: de datum waarop het gebouw of de woning in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen wordt opgenomen.
  7. Verjaardag: het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de opnamedatum.

2. Heffing op verwaarloosde woningen en gebouwen

Artikel 2: Belastbare grondslag

§1. Er wordt voor de aanslagjaren 2023 tot en met 2025 een jaarlijkse gemeentebelasting, zijnde de heffing op verwaarloosde woningen en gebouwen, gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens 12 opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde gebouwen en woningen. 

§2. De belasting voor een verwaarloosde woning of een verwaarloosd gebouw is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat die woning of dat gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen .

§3. Zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, blijft de belasting jaarlijks verschuldigd op de verjaardag van de opnamedatum.

Artikel 3: De belastingplichtige

§1. De belasting is verschuldigd door diegene die op het ogenblik van het verschuldigd worden van de heffing op verwaarloosde woningen en gebouwen houder van het zakelijk recht is van het verwaarloosde gebouw of de verwaarloosde woning. 

§2. Zolang het gebouw of de woning niet uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen is geschrapt, is de houder van het zakelijk recht, vermeld in §1, op de verjaardag van de opnamedatum, de belastingplichtige voor de nieuwe belasting.

§3. Als er meerdere belastingplichtigen zijn, zijn deze hoofdelijk gehouden tot betaling van de verschuldigde belasting.

§4. In het geval van overdracht van het zakelijk recht moet de overdrager van het zakelijk recht de verkrijger, voorafgaand aan de overdracht, in kennis stellen dat de woning of het gebouw is opgenomen in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen.

Tevens moet hij per beveiligde zending een kopie van de notariële akte bezorgen aan de financiële dienst van de stad, binnen 2 maanden na het verlijden van de notariële akte. Deze kopie bevat minstens de volgende gegevens:

  • naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel
  • datum van de akte, naam en standplaats van de notaris
  • nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw.

De overdrager van het zakelijk recht kan de instrumenterende ambtenaar vragen om dit in zijn plaats te doen.

Bij gebrek van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, in afwijking van §1, als belastingschuldige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.

Artikel 4: Berekening van de heffing op verwaarloosde woningen en gebouwen 

§1. Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld op: 

  1. 1.500 euro voor een verwaarloosd gebouw
  2. 1.500 euro voor een verwaarloosde woning.

§2. Voor elke bijkomende nieuwe termijn van 12 maanden dat het gebouw of de woning in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen staat, wordt de belasting vermenigvuldigd met het aantal periodes van 12 maanden dat de woning of het gebouw zonder onderbreking is opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde gebouwen en woningen, met een maximum van vijfmaal het basisbedrag. 

§3. Bij de overdracht van het zakelijk recht van een gebouw of een woning geldt de datum van de authentieke overdrachtsakte als aanvangspunt voor het berekenen van de termijnen van 12 maanden. 

§4.Voor elke bijkomende nieuwe termijn van 12 maanden volgend op de vijfde verjaardag van de opnamedatum in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen worden dezelfde bedragen toegepast als na de vijfde verjaardag.

Artikel 5: Vrijstellingen

Een vrijstelling van de belasting kan aangevraagd worden via beveiligde zending bij het college van burgemeester en schepenen door middel van het aanvraagformulier. De houder van het zakelijk recht die gebruik wenst te maken van een vrijstelling zoals vermeld in §en §2 moet hiervoor de nodige bewijsstukken voorleggen.

§1. Van de heffing op verwaarloosde woningen en gebouwen zijn vrijgesteld:

  1.  de belastingplichtige die maximaal 1 jaar houder van het zakelijk recht is van het gebouw of de woning.

§2. Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning: 

  1. gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan
  2. geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld.  
  3. voorwerp uitmaakt van een aanvraagdossier voor een restauratiepremie voor een beschermd monument 
  4. het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst met het oog op renovatie-, verbeterings- of aanpassingswerkzaamheden in de zin van artikel 3.30, §2 Vlaamse Codex Wonen
  5. het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente, het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig boek 5, deel 7 Vlaamse Codex Wonen.
  6. vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van 3 jaar volgende op de datum van de vernieling of de beschadiging 
  7. gerenoveerd wordt met of zonder stedenbouwkundige vergunning of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen:
    • 5° 1) Met stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen
       Blijkens een niet vervallen stedenbouwkundige vergunning of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen voor stabiliteitswerken, renovatiewerken of sloopwerkzaamheden, met dien verstande dat deze  vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van 3 jaar volgende op het uitvoerbaar worden van de stedenbouwkundige vergunning of de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen.
    • 5° 2) Zonder stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen
      Met dien verstande dat de belastingplichtige zelf een renovatiedossier samenstelt met foto’s, aankoopfacturen en documenten waaruit voldoende blijkt dat het gebouw of de woning in staat van renovatie is. Deze vrijstelling kan maximaal 3 opeenvolgende jaren toegekend worden.
      Voorafgaand aan de toekenning van deze vrijstelling kan de gemeente een plaatsbezoek uitvoeren. Indien een plaatsbezoek tot vaststelling van de voortgang van de werken wordt geweigerd of indien aan de administratie geen toegang wordt verleend tot het gebouw en/of de woning, dan wordt de toekenning van de vrijstelling automatisch geweigerd.
      Bovenstaande vrijstellingen voor renovatie met of zonder stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen kunnen gecombineerd worden, met dien verstande dat deze vrijstellingen, indien gecombineerd, ook maar maximaal 3 opeenvolgende jaren toegekend kunnen worden.
      Bij overdracht van het zakelijk recht heeft de nieuwe belastingplichtige ook recht op een vrijstelling voor renovatie met of zonder stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen, met dien verstande dat deze vrijstellingen, indien gecombineerd, ook maar maximaal 3 opeenvolgende jaren toegekend kunnen worden.

Artikel 6: Inkohiering

De belasting wordt door middel van een kohier ingekohierd op naam van de belastingplichtige die zowel een natuurlijk persoon, een feitelijke vereniging als een rechtspersoon kan zijn. De betaling van de belasting kan worden ingevorderd van de belastingplichtige zelf maar ook van alle leden van een feitelijke vereniging. Elk van hen is terzake hoofdelijk aansprakelijk.

Artikel 7: Betaling van belasting

De belasting moet betaald worden binnen 2 maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

Artikel 8: Bezwaar tegen de aanslag

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Van het bezwaarschrift wordt binnen 15 dagen na de indiening ervan een ontvangstmelding afgegeven.

3. Slotbepaling

Artikel 9

De vestiging en invordering van de belasting en ook de geschillen gebeuren volgens het decreet van 30 mei 2008 inzake de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen en aanvullingen.

Artikel 10

Het reglement wordt aan de toezichthoudende overheid overgemaakt. Het reglement wordt afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig het decreet lokaal bestuur.

Stemming op het artikel

Stemmen voor 28
Jan Michielsen, Mien Van Olmen, Tom Olyslaegers, Marcel De Cuyper, Hans Horemans, Tom Van Dyck, Jan Bertels, Pieter Laureys, Bart Michiels, Els Sterckx, Patrik De Cat, Rutger Moons, Bieke Baeten, Andreas Huyskens, Eva Brandwijk, Pascal Van Nueten, Rob Lathouwers, Susy Matthijs, Stefan Geyzen, Asma Kareme, Marnix Verheyen, Evelyn Breugelmans, Anne-Mie Hendrickx, Liese Bergen, Stefan Verraedt, Peter Verpoorten, Griet Van Nueten, Rikkert Van Bauwel
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0