De stad heeft een samenwerkingsovereenkomst met IOK voor de opmaak en het beheer van het register leegstaande gebouwen en woningen. Gezien de sterke relatie tussen het reglement inzake het register en het belastingreglement wordt ook het belastingreglement op de leegstaande gebouwen en woningen ter stemming voorgelegd aan de gemeenteraad.
Het belastingreglement op de leegstaande gebouwen en woningen wordt aangepast naar analogie van het nieuwe modelreglement van IOK. Dit om een zo uniform en objectief mogelijke werkwijze aan te houden. De wijzigingen hebben als doel om bepaalde aspecten meer te verduidelijken.
De gemeenteraad keurt het gewijzigde reglement goed.
Herentals heeft momenteel een belastingreglement inzake de belasting op de leegstaande gebouwen en woningen op het grondgebied van de stad Herentals. Dit reglement werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 8 december 2020.
Het gewijzigde reglement inzake de belasting belasting op de leegstaande gebouwen en woningen is voor principiële goedkeuring voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen.
Vandaag wordt het reglement aan de gemeenteraad ter goedkeuring voorgelegd.
De stad heeft een samenwerkingsovereenkomst met IOK voor de opmaak en het beheer van het register leegstaande gebouwen en woningen. Gezien de sterke relatie tussen het reglement inzake het register en het belastingreglement wordt ook het belastingreglement op de leegstaande gebouwen en woningen ter stemming voorgelegd aan de gemeenteraad.
De administratie stelt voor om het belastingreglement op de leegstaande gebouwen en woningen aan te passen naar analogie van het nieuwe modelreglement van IOK. Dit om een zo uniform en objectief mogelijke werkwijze aan te houden. De wijzigingen hebben als doel om bepaalde aspecten meer te verduidelijken.
Het college van burgemeester en schepenen heeft het reglement op 13 maart 2023 principieel goedgekeurd.
De gemeenteraad keurt het belastingreglement op leegstaande gebouwen en woningen goed.
Belastingen 2023-2025: Belastingreglement op leegstaande gebouwen en woningen
1. Algemene bepalingen
Het belastingreglement belasting op de leegstaande gebouwen en woningen goedgekeurd door de gemeenteraad op 8 december 2020, wordt opgeheven met ingang van het huidig reglement belasting op leegstaande gebouwen en woningen op 1 januari 2023.
Doel:
De stad stelt dat wonen voor elke doelgroep betaalbaar en kwaliteitsvol moet blijven. De stad vervult daarbij een regierol. De belasting heeft als doel om leegstaande gebouwen en woningen weer sneller op de woningmarkt te krijgen en zo een evenwichtig woonaanbod te behouden.
De stad heft vanaf 1 januari 2023 tot en met 31 december 2025 een jaarlijkse gemeentebelasting, zijnde de leegstandsheffing, op de woningen en gebouwen die gedurende minstens 12 opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.
Artikel 1: Definities
Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
2. LEEGSTANDSHEFFING
Artikel 2: Belastbare grondslag
§1. Er wordt voor de aanslagjaren 2023 tot en met 2025 een jaarlijkse gemeentebelasting, zijnde de leegstandsheffing, gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens 12 opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.
§2. De belasting voor een leegstaande woning of een leegstaand gebouw is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat die woning of dat gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het leegstandsregister.
§3. Zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, blijft de belasting jaarlijks verschuldigd op de verjaardag van de opnamedatum.
Artikel 3: Belastingplichtige
De belasting is verschuldigd door:
§1. Belastingplichtig is diegene die op het ogenblik van het verschuldigd worden van de leegstandsheffing houder van het zakelijk recht is van het leegstaande gebouw of de leegstaande woning.
§2. Zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, is de houder van het zakelijk recht , vermeld in §1, op de verjaardag van de opnamedatum, de belastingplichtige voor de nieuwe belasting.
§3. Als er meerdere belastingplichtigen zijn, zijn deze hoofdelijk gehouden tot betaling van de verschuldigde belasting.
§4. In geval van overdracht van zakelijk recht moet de overdrager van het zakelijk recht de verkrijger van het zakelijk recht er voorafgaandelijk van in kennis stellen dat het goed is opgenomen in het leegstandsregister.
Tevens moet hij per beveiligde zending een kopie van de notariële akte bezorgen aan de gemeente, binnen 2 maanden na het verlijden van de notariële akte. Deze kopie bevat minstens de volgende gegevens:
De overdrager van het zakelijk recht kan de instrumenterende ambtenaar vragen om dit in zijn plaats te doen.
Bij gebrek van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, in afwijking van §1, als belastingschuldige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.
Artikel 4: Berekening van de leegstandsheffing
§1. Het bedrag van de belasting wordt forfaitair vastgesteld op:
1° 1.500 euro voor een leegstaand gebouw
2° voor een leegstaande woning:
a) 1.500 euro voor een eengezinswoning
b) 500 euro voor een kamer
c) 1.500 euro voor elke andere woning dan deze vermeld onder a) en b).
§2.Voor elke bijkomende nieuwe termijn van 12 maanden dat het gebouw of de woning in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen staat, wordt de belasting vermenigvuldigd met het aantal periodes van 12 maanden dat de woning of het gebouw zonder onderbreking is opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde gebouwen en woningen, met een maximum van vijfmaal het basisbedrag.
§3.Voor elke bijkomende nieuwe termijn van 12 maanden volgend op de vijfde verjaardag van de opnamedatum in het leegstandsregister worden dezelfde bedragen toegepast als na de vijfde verjaardag.
§4. Bij de overdracht van het zakelijk recht van een gebouw of een woning geldt de datum van de authentieke overdrachtsakte als aanvangspunt voor het berekenen van de termijnen van 12 maanden.
§5. De belastingplichtige kan een vermindering van de belasting krijgen bij een tijdelijk gebruik van een leegstaand gebouw in functie van het stimuleren van het ondernemerschap, wanneer het pand gelegen is in het kernwinkelgebied van de stad. Meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte van het leegstaande gebouw moet voor minimum 1 maand en maximum minder dan 6 maanden in hoofdzaak gebruikt worden voor het uitoefenen van een kleinhandelsactiviteit of het bedrijf van een ambachtsman en waarbij er een rechtstreeks contact is tussen de huurder en het publiek.
De belastingvermindering kan aangevraagd worden via beveiligde zending bij het college van burgemeester en schepenen. De houder van het zakelijk recht die gebruik wenst te maken van een belastingvermindering moet hiervoor de nodige bewijsstukken voorleggen.
Het verschuldigde tarief van het betreffende aanslagjaar wordt verminderd met X/12de van het verschuldigde tarief. Hierbij is X het aantal volle maanden van het tijdelijk gebruik. X kan nooit minder zijn dan 1 en nooit groter zijn dan 5.
De belastingvermindering heeft geen impact op de opname van het gebouw of de woning in het register van leegstaande woningen en gebouwen. De anciënniteit van opname in het register blijft doorlopen tijdens de periode van belastingvermindering.
Artikel 5: Vrijstellingen
Een vrijstelling van de belasting kan aangevraagd worden via beveiligde zending bij het college van burgemeester en schepenen door middel van het aanvraagformulier. De houder van het zakelijk recht die gebruik wenst te maken van een vrijstelling zoals vermeld in §1 en §2 moet hiervoor de nodige bewijsstukken voorleggen.
§1. Van de leegstandsbelasting zijn vrijgesteld:
1) De belastingplichtige die maximaal één jaar de houder van het zakelijk recht is van het gebouw of de woning.
2) De belastingplichtige die in een erkende ouderenvoorziening verblijft. Het bewijs wordt geleverd door de erkende ouderenvoorziening waar de belastingplichtige verblijft. Deze vrijstelling geldt voor maximum 3 jaar.
3) De belastingplichtige die voor een langdurig verblijf (minimum 1 jaar) werd opgenomen in een psychiatrische instelling, algemeen ziekenhuis, ontwennings- kliniek, of andere vormen van instellingen waar men noodgedwongen of vrijwillig kan verblijven. Het bewijs van het langdurige verblijf wordt geleverd door de instelling waar de belastingplichtige verblijft. Deze vrijstelling geldt voor maximum 3 jaar.
4) De belastingplichtige waarvan de handelsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing. Deze vrijstelling geldt voor maximum 3 jaar.
§2. Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning:
1) Gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan.
2) Geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld.
3) Voorwerp uitmaakt van een aanvraagdossier voor een restauratiepremie voor een beschermd monument. Deze vrijstelling geldt tot en met het aanslagjaar waarin het dossier wordt beëindigd.
4) Voorwerp uitmaakt van een overeenkomst met het oog op renovatie-, verbeterings- of aanpassingswerkzaamheden in de zin van artikel 3.30, §2 van de Vlaamse Codex Wonen.
5) Voorwerp uitmaakt van een door de gemeente, het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig boek 5, deel 7 van de Vlaamse Codex Wonen.
6) Het gebouw of de woning vernield of beschadigd werd ten gevolge van een ramp. Deze vrijstelling geldt voor maximum 3 jaar vanaf volgend op de datum van de vernieling of beschadiging.
7) Onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure. Deze vrijstelling geldt tot één jaar na het aflopen van de verzegeling of het betredingsverbod.
8) Gerenoveerd wordt blijkens een niet vervallen stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stabiliteitswerken, renovatiewerken of sloopwerkzaamheden. Deze vrijstelling geldt voor maximum 3 jaar vanaf het uitvoerbaar worden van de stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning en kan slechts éénmalig toegekend worden.
§3. Indien er meerdere houders van een zakelijk recht zijn op een woning of gebouw en er aan één van de eigenaars een vrijstelling wordt toegekend op basis van een object gebonden vrijstelling, geldt de vrijstelling voor alle houders van het zakelijk recht, zelfs al hebben de andere geen aanvraag tot vrijstelling ingediend.
Artikel 6: Inkohiering
De belasting wordt door middel van een kohier ingekohierd op naam van de belastingplichtige die zowel een natuurlijk persoon, een feitelijke vereniging als een rechtspersoon kan zijn. De betaling van de belasting kan worden ingevorderd van de belastingplichtige zelf maar ook van alle leden van een feitelijke vereniging. Elk van hen is terzake hoofdelijk aansprakelijk.
Artikel 7: Betaling van de belasting
De belasting moet betaald worden binnen 2 maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 8: Bezwaar tegen de aanslag
De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Van het bezwaarschrift wordt binnen 15 dagen na de indiening ervan een ontvangstmelding afgegeven.
3. SLOTBEPALINGEN
Artikel 9
De vestiging en invordering van de belasting en ook de geschillen gebeuren volgens het decreet van 30 mei 2008 inzake de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen en aanvullingen.
Artikel 10
Dit reglement wordt aan de toezichthoudende overheid overgemaakt. Het reglement wordt afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig het decreet lokaal bestuur.