De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van het jaarlijkse rapport van het vast bureau met betrekking tot de verwerkingsovereenkomsten die het vast bureau en de raad in 2021 heeft afgesloten.
Op 27 april 2016 keurden het Europees Parlement en de Raad verordening (EU) 2016/679 over de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en over het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming - AVG) goed. Deze verordening trad definitief in werking op 25 mei 2018. Artikel 28, derde lid van de AVG bepaalt dat de verwerking door een verwerker wordt geregeld in een overeenkomst of andere rechtshandeling krachtens het Unierecht of het lidstatelijke recht die de verwerker ten aanzien van de verwerkingsverantwoordelijke bindt, en waarin het onderwerp en de duur van de verwerking, de aard en het doel van de verwerking, het soort persoonsgegevens en de categorieën van betrokkenen, en de rechten en verplichtingen van de verwerkingsverantwoordelijke worden omschreven.
De Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten, kortweg VVSG, heeft een generiek sjabloon voorgesteld dat gebruikt kan worden als basis voor elke verwerkingsovereenkomst. Om te vermijden dat elke verwerkingsovereenkomst die moet worden afgesloten, moet worden voorgelegd aan de raad voor maatschappelijk welzijn, werd de raad voor maatschappelijk welzijn voor deze bevoegdheid aangesteld het vast bureau te delegeren indien de verwerkingsovereenkomst gebaseerd is op het sjabloon voorgesteld door de VVSG.
Op 28 november 2018 keurde de raad voor maatschappelijk welzijn het gebruik van het sjabloon van de VVSG voor het afsluiten van verwerkingsovereenkomsten goed. De raad voor maatschappelijk welzijn delegeerde de bevoegdheid voor het afsluiten van verwerkingsovereenkomsten in het kader van de AVG aan het vast bureau op voorwaarde dat de verwerkingsovereenkomst gebaseerd is op het sjabloon van de VVSG. Het vast bureau rapporteert één maal per jaar over deze delegatiebevoegdheid aan de raad voor maatschappelijk welzijn.
Op 11 april 2022 nam het vast bureau kennis van het ontwerprapport over 2021 en vroeg het de voorzitter dit voor te leggen aan de raad voor maatschappelijk welzijn.
De raad voor maatschappelijk welzijn delegeerde de bevoegdheid voor het afsluiten van verwerkingsovereenkomsten in het kader van de AVG aan het vast bureau op voorwaarde dat de verwerkingsovereenkomst gebaseerd is op het sjabloon van de VVSG. Het vast bureau rapporteert één maal per jaar over deze delegatiebevoegdheid aan de raad voor maatschappelijk welzijn.
Het jaarlijkse rapport over de verwerkingsovereenkomsten die in 2021 werden afgesloten is toegevoegd als bijlage.
In aanvulling op de verwerkingsovereenkomsten die in 2021 werden afgesloten door het college van burgemeester en schepenen, sloot in 3 gevallen de gemeenteraad de verwerkingsovereenkomst af, nl. voor:
Ook de raad voor maatschappelijk welzijn sloot in 2021 2 verwerkingsovereenkomsten af, nl. met:
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van het jaarrapport over 2021 in verband met delegatie aan het vast bureau voor het sluiten van verwerkingsovereenkomsten.