Op 9 november 2021 keurde de raad voor maatschappelijk welzijn de samenwerkingsovereenkomst tot oprichting en uitbating van de zelfstandige groepering WZK-Dienstverlening ZG goed. Thans is gebleken dat in het kader van de taken van het gemeenschappelijk personeel, overeenkomstig artikel 5 van de samenwerkingsovereenkomst nog een addendum aan die samenwerkingsovereenkomst moet toegevoegd worden.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt dit addendum goed.
Op 9 november 2021 keurde de raad voor maatschappelijk welzijn de samenwerkingsovereenkomst tot oprichting en uitbating van de zelfstandige groepering WZK-Dienstverlening ZG goed. Verder onderzoek heeft uitgewezen dat om de werking van deze zelfstandige groepering te waarborgen met vrijstelling van btw er nog een addendum moet toegevoegd worden aan de eerder goedgekeurde samenwerkingsovereenkomst in het kader van de taken van het gemeenschappelijk personeel.
Artikel 5 van de samenwerkingsovereenkomst tot oprichting en uitbating van de zelfstandige groepering WZK-Dienstverlening ZG gaat over de de taken van het gemeenschappelijk personeel. Verder onderzoek heeft uitgewezen dat om de werking van deze zelfstandige groepering te waarborgen met vrijstelling van btw er nog een addendum moet toegevoegd worden aan de eerder goedgekeurde samenwerkingsovereenkomst. Dit addendum stipuleert dat er geen overdracht van werkgeversgezag is, bepaalt welke de toegelaten instructies zijn in het kader van de prestaties en welke personeelsleden worden ingeschakeld als 'gemeenschappelijk personeel'.
Dit addendum is toegevoegd als bijlage.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het afsluiten van een addendum bij de samenwerkingsovereenkomst tot oprichting en uitbating van de zelfstandige groepering WZK-Dienstverlening ZG goed.